Gisteren een training afgerond. Bij het afsluiten en
terugblikken met de deelnemers spraken
zij veel lovende woorden, dankbaarheid, ze gaven aan veel geleerd te hebben op
persoonlijk en professioneel vlak en ik hoorde ook enkele minder tevreden
klanken: wat onvoldaanheid en het allemaal niet zo nieuw vinden. Op de fiets
naar huis malen vooral die twee zaken nog door mijn hoofd en ik blijf zelf met
een ontevreden gevoel achter.
Vanmorgen twee prachtige quotes in mijn mailbox. Ik stuurde
ze door naar mijn webmaster met de woorden erbij “ik wil niet stoefen, hoor,
maar zou je dit op de website kunnen zetten vooral om het werk dat we doen te promoten
en niet om mezelf te promoten.”
De hele dag voel ik me moe, ik probeer te zien wat mijn
aandeel is en wat aan de groep of de setting te wijten is. Tegelijkertijd komen
er fijne telefoontjes binnen. Nieuwe en uitdagende opdrachten, allemaal Deep
Democracywerk. Net wat ik zo graag wil dat er op mijn pad kom. Ik zeg voluit ja
en een naughty stemmetje in mij roept de hele tijd “als dat maar goed komt” of
“kan je dit wel?”.
Hoe komt het toch dat we zo geleerd hebben om ons te focussen
op kritiek, op wat niet goed is en dat als we dan positieve feedback krijgen,
complimenten, we die dan gemakkelijk wegwuiven? Het zal ook wel ongetwijfeld in
mijn opvoeding zitten, maar ik zie het toch ook vaak bij andere mensen , in
groepen en teams die ik begeleid. Niet alleen is er vaak veel meer kritiek dan
dat er complimenten gegeven worden. Als mensen al eens waarderend uit de hoek
komen zegt de ander dikwijls vlug ‘ach, ’t is al goed’, ‘nee dat was helemaal
geen moeite’. Het compliment wordt niet ontvangen. En daar doen we onszelf, de
ander en de wereld en ons werk daarin geen plezier mee.
Op werkvloeren gaat het vaak over een zogenaamde open feedbackcultuur.
Men bedoelt dan dat men elkaar moet kunnen wijzen op wat niet goed loopt en
waar de ander tekortschiet. Er wordt mensen geleerd om dit op een juiste manier
te doen. Daar worden veel trainingsuren aan gespendeerd. Spreek vanuit je ik, sta
stil bij jouw nood, wees concreet is wat je van de ander vraagt. Ondanks al
deze goed bedoelde adviezen, zien we dat het moeilijk blijft: zowel
groeifeedback als waarderende feedback geven. Op werkvloeren blijft veel
ongezegd. We houden onze beroepsmaskers aan uit angst ons teveel te laten
kennen en houden ons in voor de lieve vrede.
En dan zijn er markeerpunten tijdens het werkjaar waarin
ineens alles gezegd moet worden. Een happy werknemer kan na zo’n fameus
functioneringsgesprek gebroken buiten komen. Je ziet de kritiek niet aankomen
omdat alles het hele jaar door onder de mantel der liefde werd bedekt. En wat
een kans kon zijn tot een waarderend gesprek wordt een sessie waar de werknemer
onzeker over zichzelf, of boos op zijn baas om het onrecht hem aangedaan,
buiten komt. De cultuur van angst wordt versterkt en er wordt nog veel minder
gezegd tegen elkaar. Maar alles blijft leven in de onderstroom.
Ook vanuit de wetenschap is ondertussen vastgesteld hoe belangrijk
het is genoeg waardering te geven. Voor één kritiek zouden we vijf positieve
bekrachtigingen moeten geven. Het lijkt een magische formule voor gezoende
partnerschappen zowel privé als op het werk. Maar al te vak doen we het
omgekeerd. Bij het laatste rapport van mijn zoon stond in de geschreven nota
heel kort ‘goed gewerkt’ en vervolgens vijf punten waarop het beter kon. Net
het omgekeerde dus van wat we beogen.
Niet alleen feedback of complimenten geven is moeilijk. Even
moeilijk is ze te ontvangen. Hoe vaak mijn man me ook zegt dat ik er stralend
en knap uitzie, zolang het niet waar is voor mij, zolang ik het niet integreer,
ontvang ik niet echt het compliment en blijf ik bv. in dit geval mezelf maar
zeggen dat ik er niet uitzie.
Douglas Stone en Sheila Heen schrijven in hun boek ‘Feedback
is een cadeautje’ over drie belangrijke 3 triggers waarom we zo moeilijk
feedback ontvangen, of het nu kritiek of complimenten zijn. Het zijn kansen tot
groei en die benutten we niet. In de eerste plaatsen vechten we de waarheid
ervan aan: de feedback of het compliment is onjuist, oneerlijk,
niet behulpzaam. Een tweede manier om er brandhout van te maken is te
schieten op de persoon die de feedback of het compliment geeft: ik verdraag deze feedback niet van jóú of ik
had dit compliment van iemand anders moeten krijgen. En een derde manier om
niets te doen met wat ons zo genereus wordt aangereikt is je eigen identiteit: ik
wil niet uit mijn evenwicht gebracht worden. Elke kritiek en in zekere zin ook
elke compliment is immers een uitnodiging tot verandering. En als er nu één
iets is, waar wij mensen niet op uit zijn, is het wel verandering. We blijven
liever in onze comfortzone.
Een compliment geeft je vleugels. Wanneer kreeg jij voor ’t
laatst zo’n compliment? Wanneer ik die vraag aan mensen stel, moeten ze soms
wel even nadenken. Gelukkig zijn er werkvloeren – en ik wil hier ook zeker
schrijven: scholen, gezinnen,..- waar men het anders doet, het over een andere
boeg gooit. Fundamenteel hierin is in de eerste plaats hoe je naar werknemers
kijkt in relatie tot hun werkcontext. Werk je uit zelfbehoud of werk je omdat
je bijdraagt aan een hoger doel? Wanneer mensen dit laatste voelen, spreken ze
elkaar al helemaal anders aan. Feedback geven wordt veel vaker aangeven waar
mensen in kunnen groeien en waar ze goed in zijn. Die waardering, erkenning,
dankbaarheid verdient het om expliciete aandacht te krijgen. Op werkvloeren ontstaan er rituelen die ons
helpen om wat we zo gemakkelijk impliciet laten echt uit te spreken.
Vandaag op complimentendag begeleid ik een sessie Gouden
Pijlen gooien. Het is een tool uit de methode Deep Democracy en hoewel ze zeer
laagdrempelig lijkt, toch vergeleken met haar zusje uit de methode, de Let’s
Talk die gaat over conflictoplossing, is het zeker niet makkelijker om
complimenten te geven én te ontvangen. Gouden Pijlen is een heel mooie werkvorm die
je kan inzetten op belangrijke momenten in het leven om overgangen te markeren
bv. een kind dat uit huis gaat, twee mensen die gaan samenwonen, afscheid nemen
van een collega. En tegelijk kan het ook een ritueel zijn dat je kan inbouwen
in het leven. Regelmatig tijd maken om elkaar te waarderen en te complimenteren
doet jou en de relatie groeien. En je draagt ook bij aan waardering in de
wereld!
Als we Gouden Pijlen doen, is het niet om te slijmen of
flauw en flets. We proberen echt te zeggen wat we willen zeggen. We spelen ook
geen pingpong, in de zin van jij zegt iets en dan ik weer en dan. Nee, eerst spreek
jij alles uit van jouw kant en dan ik alles van mijn kant. En de tweede ronde
is minstens even bijzonder. We zeggen wat ons geraakt heeft in het compliment
of de gouden pijl die we ontvangen hebben. Net daar zit de groeipotentie. Als
ik dit met mensen voor het eerst doen hebben ze het op twee vlakken moeilijk:
ten eerste om te blijven zitten en al die gouden pijlen of je te laten afkomen.
Ten tweede om te reflecteren om wat je daaruit leert, wat waar is voor jou. Dit
is nieuw. In een laatste stap kijken beide partners in het gesprek ook wat ze
nog willen met wat er nu gezegd is. Met de andere energie die ontstaan is. Zo
wordt een compliment van een individuele daad een gezamenlijk iets. Ook dat is
heel bijzonder.
Ik nodig je vandaag uit om de complimenten die uitgesproken
of misschien zelfs onuitgesproken op je pad komen, met open armen te ontvangen.
En dat vertaalt zich in drie basisregels
- Geef complimenten: je voelt je een goed mens als je dat doet!
- Als je een compliment krijgt, zeg dan danku en zeg ook even terug aan de ander wat het met jou doet om dit compliment te ontvangen, wat er waar is voor jou.
- Koester de ontvangen complimenten en maak tijd en ruimte om er echt bij stil te staan. Kijk hoe ze jou voeden in wat jij wil bijdragen in deze wereld.