Vorige week dook ik samen met 105 studenten onder in de superdiverse wereld van Antwerpen. Lezingen, workshops, stadswandelingen en praktijkbezoeken nodigden uit tot het ontwikkelen van interculturele competentie. Een competentie die zij meer dan ooit zullen nodig hebben in hun later beroepsleven. Als afgestudeerden in de Toegepaste Psychologie komen zij terecht in kleurrijke scholen in CLB’s, op gemixte werkvloeren en in diverssensitieve eerstelijnshulpverlening. Op het einde van de week gaven de studenten aan dat ze geleerd hadden vooral op 3 componenten van interculturele competentie: veerkracht , ontvankelijkheid en multiperspectiviteit .
Woensdag was voor velen van hen een dag van uitersten in dit
leerproces . De ochtend startte met een lezing door gastdocent Bleri Lleshi.
Als hij een bewering hoort van onze beleids- of mediamakers gaat hij op
onderzoek uit. Hij zoekt cijfers en bewijzen om gratuite meningen en stellingen
te ontkrachten. Hij is een filosoof, onderzoeker maar ook een activist voor wie
deze cijfers ook mensen zijn, met name de jongeren die hij ontmoet in Brusselen die (over) leven in deze superdiverse samenleving. Zijn scherpe analyse
lokte heel wat reacties uit. Van oneenszijn, tot erg eenszijn, van gechoqueerd
tot gecharmeerd. Bij de meesten bleef er ook een gevoel van machteloosheid over,
merkte ik in de nabespreking met enkele studenten. De structuren en systemen
die aan het werk zijn in onze samenleving botsen soms heftig op de goede
intenties en inzet van burgers en professionals. Eén student stelde terecht de
vraag ‘wat kunnen wij dan wel doen?’. De tijd ontbrak om hierop een gedegen
antwoord te bieden, maar dat kwam naar mijn aanvoelen in de namiddag.
Met een groepje studenten ging ik op bezoek bij Al Ikram een
organisatie die het opneemt voor de mensen die geen rechten hebben op hulp,
voor zij die echt uit de boot vallen. Het initiatief werkt op vrijwilligers en
met giften en is niet opgenomen in de gesubsidieerde hulpverleningssector. Veel
hulpverleningsinstanties verwijzen naar hen door, omdat ze zelf geen antwoorden
of aanbod meer hebben: van CAW over OCMW. Het initiatief is gestart bij Nordin
Cherkaoui, die er nog steeds de drijvende kracht en bezieler van is. Met een
broodkorst die hij gaf aan wie helemaal niets meer had, kon hij niet meer tevreden
zijn en hij begon voedselpakketten uit te delen aan daklozen. Nu beslaat de
werking zowel voedselbedeling als ook hup bij het invullen van papieren,
taallessen, aanbieden van maaltijden, hulp bij het inrichten van een huis waar
ook kinderen kunnen wonen, tot ondersteuning in de palliatieve zorg en het vervullen
van een levenseindewens. Elke dag kan je
bij Al Ikram terecht. En dus ook die woensdag. Er werden regelmatig spullen
binnengebracht door mensen. En er stonden ook mensen aan de deur. Beklijvend
werd het toen een jonge vrouw met een kind van 2 kwam aankloppen. Het kindje
huilde, van de honger en de kou. Een truitje werd tevoorschijn getoverd en ik
bood de appel aan die ik nog in mijn tas had. Deze vrouw en haar kind slapen al
3 dagen op straat. Al Ikram probeert geld te verzamelen om haar enkele nachten
op hotel te laten slapen om even te bekomen. Vandaar zal men op zoek gaan naar
woonst, want naar de situatie waar ze vandaan kwam, wil ze niet meer terug: een
gewelddadige man die haar terroriseerde. Als vrouw zonder papieren dan de beslissing
nemen om te vertrekken, getuigt van veel moed. Een ander verhaal vertelt Nordin
ons over een man die terminaal ziek is. De dokters bellen Nordin en zeggen dat
hij nog 2 dagen te leven heeft. De
levenseindewens van die man?: zijn moeder, die hij al 20 jaar niet meer heeft
gezien en die in zijn land van herkomst woont, nog één keer omhelzen. Nordin
rijdt de komende 24 uur alle instanties af: de ambassade, de
vliegtuigmaatschappij, hij praat zelfs persoonlijk met de piloot, hij zoekt een
vrijwilliger die de man kan begeleiden. En het lukt. Het verdriet is natuurlijk
enorm, maar ook vreugde klinkt in de stem van de moeder wanneer ze Nordin
enkele dagen later belt om te zeggen hoe dankbaar ze is dat haar zoon in haar
armen kon sterven. In het kleine kantoortje van Al Ikram wordt het stil en studenten
pinken een traan weg. En dan komt de vraag: waarom doe je dit? En Nordin vertelt
het heel eenvoudig: ik doe het goede in het leven voor mensen die nabij zijn,
mijn buren en wie mijn hulp kan gebruiken. De slagzin van Al Ikram luidt: ‘Begin
eerst bij je buren… en dan aan de Wereld.’ Het waren de laatste woorden die Nordins
vader tegen hem sprak bij zijn overlijden. We ontmoeten een man met een missie,
zoveel is duidelijk. Wat ik er vooral ook uit onthou is dat de mensen die zich
voor dit werk inzetten de marges zoeken van wat kan, het toch elke keer weer
voor elkaar krijgen, ervoor gaan ook al lijkt het onmogelijk. Dat vereist
kracht, doorzetting en moed. En ook gewoon: doen, er niet alleen OVER praten. Op
de laatste dag van onze lesweek hadden we een ontbijt in superdiversiteit; er
bleef eten over. Enkele studenten namen spontaan het initiatief, belden rond en
gingen het eten brengen naar een daklozenorganisatie in de buurt. Ook en soms
vooral deze kleine gebaren hebben betekenis!
Ik koester de hoop
dat de studenten van nu later als professional meestappen in deze tekenen van revolte onder de radar, in deze
uitingen van ware solidariteit met elke medemens. En deze opdracht voor een
mens vind je terug over vele levensbeschouwingen heen. Ook jij hebt de kans om jouw
persoonlijke speelruimte te benutten en het ‘goede’ te doen, om je menszijn te
tonen in je professie.