Laat ons eens naar de samenleving kijken als naar een groep. En ik haal er even een oud model bij, dat van Tuckman. Hij zegt dat een groep steeds bepaalde fasen door moet voor ze een goed werkend team kan worden. De eerste fase is de honeymoonfase, de forming, de fase van elkaar leren kennen, mekaars geweldige kanten zien, alles loopt prima en soms loop je zelfs op wolkjes. Maar dan begint het echte werk. De storm komt op. De groep geraakt in hevig weer: er ontstaat discussie, mensen dreigen de groep te verlaten, het wordt soms onduidelijk waar we naartoe gaan en hoe dit zal aflopen. De stormingfase kenmerkt zich door een hoog niveau van chaos en gevoelens van onzekerheid, frustratie en ongeduld. Als de storm weer gaat liggen en mensen hebben hun verantwoordelijkheid opgenomen voor zichzelf en voor elkaar, voor de resultaten én voor de relaties, dan kan er een fase inzetten van norming: er ontstaan nieuwe regels en afspraken en vervolgens performing: we kunnen goed met elkaar samenwerken, de groep versnelt zelfs haar activiteiten en iedereen werkt op zijn maximale capaciteit.
Als we dit plaatje op onze samenleving vandaag zetten is het
duidelijk dat we in de stormfase zitten. De uitdagingen zijn levensgroot en
levensbedreigend zelfs. Ik noem er twee die het voortbestaan van onze planeet
aantasten als we er niet mee leren omgaan: migratie en de klimaatopwarming. Het
zijn uitdagingen die soms zelfs in ‘storm’taal gevat worden: overspoeld worden
door migranten, het water staat ons aan de lippen, hoogtij(d) voor klimaatactie,
vluchtelingentsunami,...
In het oog van een storm voelen mensen zich bedreigd, onzeker en is het in
zekere zin ook ieder voor zich, redden wie zich redden kan. En dan staat er
ineens een sterke leider op die zegt: langs hier, dit is de weg, ik ga jullie
redden. En zelfs als die leider dan alles is wat jij niet bent, zelfs als je
het niet helemaal eens bent, is op een bepaald moment ‘een’ uitweg belangrijker
dan welke uitweg. In plaats van je eigen verantwoordelijkheid op te nemen, je
eigen leider te zijn, kan je je karretje aan iemand anders hangen. Dat geeft
een (soms vals) gevoel van veiligheid en zekerheid. Het is comfortabeler, want
we kennen het. Het appelleert aan oude
patronen uit onze samenleving, de ‘goede
oude (feodale!) tijd’.
En sterke leiders vervullen ook een emotionele behoefte. Zij
triggeren de hoax (broodjeaapverhaal) dat jij niet je emoties controleert maar
dat anderen dat doen (“jij zorgt ervoor dat ik me ... voel”). In werkelijkheid is dat
niet zo. Denk maar even na: als we met 300 mensen naar dezelfde film gaan,
krijgen we wel dezelfde emotionele stimuli aangeboden, maar we reageren toch
allemaal verschillend: de ene huilt tranen met tuiten terwijl de ander er
onbewogen bij zit, iemand vindt het de beste film ooit terwijl iemand anders
het maar niks vindt. Er komen emoties bij ons op waar we ons tevoren misschien
nog niet bewust van waren, maar dat wil niet zeggen dat we er niet verantwoordelijk
voor zijn, dat we een keuze hebben en dat dit kan veranderen. Dat vraagt soms lef en moed, durven in de spiegel
kijken, werken aan jezelf. In de samenleving vandaag de dag is er niet veel
ruimte voor emoties en staan we soms veraf van wat we echt voelen, wat onze
emotionele behoeftes zijn. Telkens wanneer we in Deep Democracy-sessies de vraag
stellen ‘Wat heb je nodig om mee te kunnen gaan?’ merk ik dat mensen snel
zeggen ‘niets hoor’ en willen dat die aandacht op hen zo snel mogelijk weer
ophoudt. Toch merken ze later bij zichzelf op dat iets hen in de weg zit om mee
te kunnen gaan in een beslissing. En terecht, want zij zijn de dragers van de wijsheid
van de minderheid, misschien nog onbewust.
De sterke leider doet het anders: hij neemt in jouw plaats de beslissingen, hij
controleert jouw emoties. Hij neemt je emotionele noden mee in een sterk verhaal,
hij belooft dat je je beter zal gaan voelen als je hem volgt. Dat is een grote
verleiding vandaag. Willen we dit? Willoze poppen zijn? Sommigen doen ons graag
geloven dat het zelfs voor onze bestwil is als we het ons wat minder zouden
aantrekken, niet teveel piekeren over
deze of gene beslissing, ons laten leiden,...
De sleutel tot verandering is dus dat mensen hun eigen
leiderschap gaan opnemen over hun emoties, ideeën en wat zij willen doen in
deze wereld. Het alternatief bestaat erin niet langer je gevoelens, dromen,
hoop en wensen te projecteren op een sterke leider of op andere
gemarginaliseerde groepen, maar zelf de uitdaging aan te gaan. In de chaos
vandaag zijn er zeker sporen van mensen die deze weg bewandelen, een weg van
vernieuwing en hoop. Denk maar aan de
vele protestmarsen van de vrouwen met de roze mutsen op, aan de burgerinitiatieven
die een grote aanhang kennen, aan zelfsturende teams op werkvloeren, aan coöperatieve
bewegingen en bedrijven,... zij groeien... tegelijk met de groei en dreiging van steeds
meer dictatoriale en autocratische leiders.
Vanuit Deep Democracy willen we mensen versterken in het
opnemen van eigen leiderschap, in het terugnemen van projecties op een leider
en zelf authentieke keuzes maken. Het is zeker niet de meest evidente weg en
een trage weg soms, maar wel de meest duurzame op termijn. En ze vertrekt
vanuit een diep respect voor alles wat leeft op onze planeet. Dat kunnen we
niet zeggen van het snelle en brute antwoord dat de ‘sterke leiders’ ons op dit
moment bieden. Hun antwoorden komen vaak ten goede aan een elite, al laten ze
uitschijnen ‘het volk’ te dienen.
Ik hoor veel mensen bv. zeggen over Trump: hij heeft de stem
van de minderheid gehoord en begrepen. Ik ben het daar niet helemaal mee eens.
Hij heeft de stem van mensen die zich onderdrukt en genegeerd voelen gebruikt
en opnieuw misbruikt voor zijn eigen gewin. Heeft hij werkelijk geluisterd naar
wat zij vertellen, naar waar zij van dromen, wie zij willen zijn of heeft hij
alleen hun misnoegen, ontevredenheid en onzekerheid geprojecteerd op de
tegenstander in de hoop zo hun stemmen te winnen. Als iemand kan aangewezen
worden als de schuldige voor al jouw leed (“jij hebt mij dit aangedaan”) dan is
diegene die je dat vertelt misschien je redder wel? Dat is een ziekmakende
psychologische strategie, waar vooral mensen gevoelig aan zijn die in deze
samenleving het slachtoffer zijn van publiek misbruik of publieke
verwaarlozing.
Mindell geeft een lijst van voorbeelden van wat hij bedoelt
met ‘public abuse’:
- Het gebeurt bij familiebijeenkomsten waar er op sommige mensen wordt neergekeken omdat ze niet beantwoorden aan de vaak onuitgesproken (familie)norm.
- Het gebeurt in scholen die kinderen op de vingers tikken omdat ze de regels niet volgen, die alleen meerderheidswaarden en geschiedenis onderwijzen en bepaalde communicatiestijlen handhaven zonder het verschil op te merken.
- Het gebeurt in bedrijven die economisch succesvol zijn op kap van het milieu, minderheidsgroepen en de noden van individuele werkers.
- Het gebeurt in openbare diensten, zoals de politie, die minderheidsgroepen lastigvallen.
- Het gebeurt in de kranten die bepaalde informatie niet brengen over gemarginaliseerde groepen.
- Het gebeurt in de media die óf minderheidsgroepen met negatieve stereotypen beladen alsof ze allemaal criminelen of onbetrouwbare werknemers zijn óf die minderheden negeren en alleen reflecteren over het leven van de dominante groep.
- Het gebeurt door banken die de midden- en hogere klassen en hun zaakjes bevoordelen en steunen.
- Het gebeurt door religieuze groepen die zondaars willen straffen of niet-leden zich slecht laten voelen omdat ze geen enkele kans zouden hebben op bevrijding.
- Het gebeurt in de medische zorg waar de gevoelens van patiënten genegeerd worden.
- Het gebeurt in de psychologie die claimt dat bepaalde gemoedstoestanden losstaan van wat er in de samenleving gebeurt en die mensen met andere denkbeelden ziek of gek verklaart.
Deze lijst zou nog veel langer kunnen zijn. Wat Mindell
vooral wil aantonen is dat als we ons niet bewust zijn van hoe macht werkt en
hoe onbewust een bepaalde rangorde tussen groepen bepaalde mensen onderdrukt,
begrippen als vrijheid en gelijkheid holle woorden blijven. We kunnen maar
werken aan vrijheid en gelijkheid, aan mensenrechten als we ons bewustworden
van onze eigen geprivilegieerde positie en erkennen dat dit voor anderen niet
het geval is. Dat de samenleving gebouwd is op het horen van de stem van een
welbepaalde groep. Een democratische samenleving zegt al snel dat dit voor hen
niet het geval is. Juist de mythe van de meerderheidsdemocratie zorgt ervoor
dat sterke leiders een grote aanhang krijgen. Mindell zegt het zo: “Democratic
societies that believe they have a policy of nonagression are guilty of public
abuse.” Hij pleit voor oorlog! Als we
niet met elkaar het debat en zelfs het conflict aangaan, kunnen we geen gezonde
samenlevingen worden.
Ook als facilitatoren, leiders, leerkrachten en sociaal
werkers staan we hier niet buiten. We
kunnen daders zijn van publiek misbruik. Of we zijn zelf slachtoffers of staan
naast slachtoffers. Vandaaruit willen we soms zorgen voor mensen die gekwetst
zijn, willen we hen beschermen. En dan dekken we soms het conflict of de
spanning toe, brengen we vooral een boodschap van harmonie. Helpen we mensen
daarmee? Ik denk het niet. Deep Democracy breekt een lans om álle stemmen te
kunnen horen, dat álle stemmen aanwezig
zijn. Daarom is het soms nodig om die stemmen te laten horen die er niet zijn
in een discussie, zodat ze kunnen uitspelen, met elkaar in conflict kunnen
gaan. Dit is een pleidooi om niet alleen te praten onder gelijkgezinden, om
niet alleen politiek correct te spreken over wat je ziet gebeuren, maar om
tegenspraak actief op te zoeken. Onszelf te confronteren met de minderheidsstem
die ook in onszelf aanwezig is of je stem te laten horen want als lid van de
meerderheidsgroep ben jij soms ook een minderheid, ben jij soms ook anders. Het
is een oproep om je uit te spreken!
Ik kom net van een training interculturele communicatie voor
ambtenaren. In de evaluatie vielen me twee zaken op. De groep apprecieerde het
enorm dat mensen niet de schijn hadden opgehouden maar echt met elkaar in gesprek
waren gegaan, alle kanten durfden op tafel gooien en ook persoonlijk hadden
gedeeld. En mensen gaven ook aan dat als we op die manier met elkaar in gesprek
gaan een cursus interculturele communicatie veel meer wordt, het wordt leren
over het leven zelf. We worden als mens aangesproken. En we stellen onszelf de
vraag: wat ga ik doen? Hoe denk ik hierover? Wat kan mijn bijdrage zijn aan
deze wereld? We worden bewust en nemen onze verantwoordelijkheid voor onszelf
en voor de ander. Respect is dan geen loos woord, geen synoniem voor passieve
verdraagzaamheid, maar het is echte zorgzaamheid. En is dat niet precies wat
échte leiders doen voor hun team, hun gemeenschap, hun volk: zorg dragen dat alle
stemmen gehoord worden, dat alle stemmen er mogen zijn!