Fanny blogt vanaf nu verder op haar eigen website van Goesthing. We laten de oude blogs nog even staan maar er komen er geen nieuwe meer bij.

Lees dus verder op www.goes-thing.be/blog. Welkom!

dinsdag 9 september 2014

Levensbeschouwelijke diversiteit in de klas

Binnenkort (november 2014) komt er een interessant boek uit, geschreven door Ides Nicaise en Gudrun Juchtmans, onderzoekers van het HIVA. Zij verwerkten in hun boek interviews met kinderen die op zeer verschillende scholen samenwerken met elkaar en met de leerkracht in een klas waar steeds meer levensbeschouwelijke heterogeniteit aanwezig is. We kregen een inzage in het boek, omdat we meewerken aan de lancering ervan op 25/11. Met Goesthing zullen we daar, in samenwerking met Schoolmakers, een workshop verzorgen. Thema? "Als het pittig wordt..."
Zonder op de inhoud van het boek verder in te gaan - dat is immers nog een verrassing - deel ik met hen de baseline die zowel uit hun literatuuronderzoek als uit het bevragen van de kinderen komt: we hebben nood aan een (meer) leerlinggericht in plaats van een (enkele of voornamelijk) normgericht onderwijs. De toevoegingen tussen haakjes zijn van mij. Vanuit de realiteit van het onderwijs vandaag, kan ik alleen maar stellen dat dit het zoeken is naar een balans. Maar wat duidelijk is, is dat de weegschaal totaal uit evenwicht is momenteel. Laat me je twee voorbeelden geven, die deze week op onze eettafel kwamen, bij de start van het nieuwe scholjaar. Want ook mijn kids zitten in een klas met veel levensbeschouwelijke diversiteit!

Mijn zoon, twee jaar ASO, komt de tweede dag van het schooljaar thuis, met al een buis. Ja, voor godsdienst. "Ik zal mijn best moeten doen om dat op te halen." Los van het feit dat het niet leuk is je jaar te beginnen met achterstand, wil ik wel weten wat er dan getest werd bij godsdienst. Meer en meer wordt dit vak onderwezen als een kennisvak, als antwoord op levensbeschouwelijke diversteit. Je kan ook daar je mening over hebben, maar daar gaat het me nu niet om. Wat was er gebeurd? De klas werd ingedeeld in groepjes; mijn zoon, die nooit godsdienstonderricht heeft gehad, zat samen met twee andere leerlingen die islamitisch gelovig zijn en één leerling die 'denkt' protestants te zijn. De les begon als een soort kwis. De groepjes moesten antwoorden op 27 vragen: wat gebeurde er op een bepaalde datum, waar dient dit voorwerp voor, enzovoort. Kennisgerichte vragen vooral rond de rituelen en voorwerpen die met godsdienst te maken hebben. Het groepje van mijn zoon bakte er niet veel van. Op het einde werd gesteld dat de kwis op punten stond en dat die zouden meetellen op het eerste rapport. Resultaat? Hoofdjes naar beneden en meteen een dégout van godsdienst voor de rest van het jaar. Tenminste dat risico loop je als leerkracht met deze aanpak. Hoe kan het ook anders? Ten eerste zou je deze kwis kunnen zien als je als leerkracht kunnen aanpassen en inspelen op het beginniveau van de leerlingen. Het behalen van een norm, hen langs de meetlat laten passeren van de eindtermen die je moet halen met je vak, is dan niet je doel, maar wel inzicht krijgen in wat zij weten of niet-weten en je aanbod daarop afstemmen, zodat iedereen weer mee is. Ten tweede zou je de kwis ook kunnen zien, niet louter als een weetkwestie, maar wel als een aanleiding om het met elkaar te hebben over de verschillen. Als een bepaalde religie op een bepaald moment een feest doet dat met licht te maken heeft, hoe gebeurt dat dan in andere religies? Wie kent hier wat van? Wie heeft zelf al iets meegemaakt? Daarmee tune je als leerkracht niet alleen in op het cognitieve, maar zal je eveneens zicht krijgen op de diversiteit in je klas en op de belevingswereld van die jongeren in relatie met religie. Dat lijkt me als eerste les een fijner uitgangspunt.

Mijn dochter, laatste jaar op de lagere school in het GO. Pluralisme staat daar hoog in het vaandel geschreven. Ondanks alle pleidooien van ouders van die school om een vak cultuurbeschouwing in te voeren, gaat men mee in de opdeling der leerlingen en leermeesters. Een droevig verhaal, elke keer weer bij de start van het schooljaar. Ondertussen zijn onze criteria om een keuze te maken voor een bepaalde 'leer': het aantal kinderen dat hiervoor kiest - we kiezen voor het kleine groepje - en of er wat vriendinnen meedoen. Niet echt een inhoudelijke keuze dus. En dit jaar verandert (nog maar eens) de juf. Tijd om kennis te maken met haar vooraf als ouders, is er niet. En na de eerste les, kan je je keuze niet meer veranderen. In het GO kan je geen nieuwe levensbeschouwelijk inzicht hebben na 5/9. Ik snap het ergens wel,want als je onze criteria bekijkt, geef je dan vrij spel aan heel wat willekeur en gewissel om niet-levensbeschouwelijke redenen. In elk geval had mijn dichter spijt van haar keuze. Les 1 begon met een klassiek gebed. De kennismaking beperkte zich tot de namen. De juf gaf geen inkijk in de plannen voor dit schooljaar, maar is gedoken in allerlei regels en afspraken. Ze had wellicht gehoord dat kinderen in een Freinetschool moeilijk te disciplineren waren??? Ik weet het niet, maar het is een vaak gehoord vooroordeel. In elk geval voelden de kinderen zich niet erg geaccepteerd. En laat dat nu het begin zijn van een goede leerkracht-leerlingverhouding: het gevoel geaccepteerd te worden in wie je bent.  Daarbovenop uit mijn dochter elke jaar opneiuw hetzelfde bezwaar, dat ik volledig snap: waarom moeten wij opgesplitst worden? Ik zou even graag met Fatima, Anikka,... samen het hebben over wat we in het leven belangrijk vinden, hoe mijn familie eruitziet, filosoferen... Waarom kan dit niet samen en met onze eigen juf. Ja, ik zou het ook wensen. Maar daar staan heel wat bezwaren in de weg.

Ik wil met deze twee voorbeelden noch de leerkrachten, noch de scholen met de vinger wijzen. Het zijn voor mij alleen twee heel concrete verhalen waarbij er heel wat anders had kunnen gebeuren,
zelfs binnen de huidige normen en beperkingen. De uitspraak van Jules Deelder indachtig: "Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbegrensd als daarbuiten." Laat ons vooral van de uitdaging die levensbeschouwelijke diversiteit vormt voor elke school en klas een mogelijkheid maken. Een mogelijkheid om innovatief en kwaliteitsvol onderwijs te organiseren voor alle kinderen.